Noblesse oblige*
Als hardlopende Hagenees/Hagenaar ben je het aan je stand verplicht om tenminste één keer mee te doen aan de City-Pier-City, afgekort de CPC. De CPC betekent voor mij niet meer dan dat eens per jaar de winkelstraat in het centrum wordt afgezet met dranghekken. Illegale overstekers worden waarschuwend toegesproken door militairen die niets meer lijken te doen dan die dranghekken bewaken. Leunend op de hekken en kijkend naar de mensen aan de overkant die hetzelfde doen, rent er dan ineens keihard maar doodstil een groepje Afrikaanse atleten voorbij (Huh? Zag je dat? Wat? Laat maar, ze zijn al weer weg.) die, na heel lang niets, achtervolgd worden door een schier oneindige stoet eendagssporters. Daarna weer een tijd niets en dan een paar achterblijvers die zwaar hijgend hun best doen om ten overstaan van het stroopwafeletende publiek niet af te gaan. Waarna het gewone leven weer zijn loop neemt en het publiek links en rechts over de dranghekken klautert om alsnog te doen waar ze voor gekomen zijn, te weten geld uitgeven aan compleet overbodige zooi.
Zo gaat het jaar in jaar uit tot de datum van 14 maart 2010. Mijn jaar. Tevens het jaar waarin ik tot ontdekking kom dat de organisatie – in 2007 al, kun je nagaan hoe goed ik oplet – besloot om het parcours te verleggen van de binnenstad naar het Malieveld zodat er geen kip meer langs de weg staat, er dus geen militairen nodig zijn, en het winkelend publiek vooral niet wordt weerhouden van dat waar het goed in is (kopen, kopen, kopen) en waarbij het ook niet langer geconfronteerd wordt met de sportief ingestelde medemens. What’s in a name moet de organisatie gedacht hebben, nu we toch het parcours verleggen… laten we meteen ook de Scheveningse boulevard en die Pier eruit mieteren. Noemen we ‘m voortaan City-Puntjepuntjepuntje-City. Den Haag wil er namelijk heel graag ‘bijhoren’. Bij de (halve) marathonsteden zoals Berlijn, Rotterdam, Parijs. Een snel parcours is beter dan een zwaar of mooi parcours. Er moeten records worden gelopen. Zodat er geld wordt verdiend.
Oké, genoeg gemopperd. Lopen. O ja, daar kwam ik voor. Vijf kilometer is de afstand waar ik me voor heb opgegeven. Nee geen tien. Ben je gek, dat kan ik nog helemaal niet. Nou ja, ik red het heel misschien wel qua afstand maar zeer zeker niet in een tijd waarmee ik met goed fatsoen voor de dag kan komen. En ik wil niet zo’n achterblijver zijn die hijgend haar best doet om voor het stroopwafeletend publiek niet af te gaan. Zelfs niet als dat publiek er niet meer is omdat het parcours buitenom langs de Archipelbuurt loopt.
Malieveld. Daar gebeurt het. Verzamelplaats van alles en iedereen die loopt. Dixie toiletten, verkleedtenten, tassenbewaarplaatsen, VIP-zone, tribunes, reclamevlaggen, finish en start. Om te ontsnappen aan de hectiek steek ik de Utrechtsebaan over en ga warmlopen in het Haagse Bos. Toch nog te vroeg sta ik in het startvak. Ver naar achteren, dat wel. Een harde knal is het startsein. Het duurt zeker vijf minuten voordat de meute is opgelost en ik over de streep ga. Mijn streven gaat niet verder dan ‘uitlopen’. Van de Koningskade naar links de Dr.Kuyperstraat en de Mauritskade op. Achter mij drie motoragenten. Ze moedigen me aan. Ik ben de laatste. Rechtsaf naar Plein 1813 en daar haal ik een paar lopers in. Het zijn de ongetrainden, de kindertjes die een stukje meelopen met pa of ma, de ouders die een stukje meelopen met hun atletiekverenigingskind. Maar toch. Ik haal ze in en neem afscheid van de aardige motoragenten. Langs de route hier en daar een toeschouwer. Een saai stuk langs de Scheveningse bosjes en dan de hoek om naar de Koninginnegracht en de Raamweg. Voor, achter, links en rechts, overal lopers. Met de finish dichtbij gaan sommigen versnellen terwijl anderen die te vroeg gepiekt hebben nu juist terugvallen. Het is belangrijk om goed op te letten om op tijd te kunnen ontwijken. Op de Koningskade aangekomen is er eindelijk publiek. Hun aanmoedigingen zijn hard nodig en het helpt. Een heel korte eindsprint, lachen voor de foto, en dan is het voorbij. Met een medaille en een T-shirt als bewijs kan ik voor altijd zeggen dat ik de CPC heb gelopen.
Plaats: 1237 van 1295. Tijd: 37,04. Resultaat: gehaald.
*voor Bastiaan