Spring naar inhoud

Inspiratie met dank aan Ron Teunisse

19 december 2010

Gisteravond in begonnen en vanochtend uitgelezen, het boek van Ron Teunisse “de koerier die nergens bij hoort”. Kan en wil ik vanalles over kwijt, maar doe ik misschien een andere keer.

Loopkriebels maken dat ik er op uit wil. Gewoonlijk loop ik om de andere dag en vandaag is eigenlijk een rustdag. Toch besluit ik te gaan. Het vriest een paar graden (geen idee hoeveel) en er schijnt een dun zonnetje. Vannacht heeft het flink gesneeuwd, en met wat er eerder deze week al is gevallen ligt er nu zeker 25 centimeter. De duinen van Meijendel lonken. Spikes onder en gaan.

Eerst de binnenstad door waar het druk is met mensen die op deze zondag allemaal nog zonodig kerstinkopen moeten doen. Hadden ze niet thuis kunnen blijven? Of met hun kinderen in het bos gaan sleetjerijden? Zie ze door de soppige sneeuw baggeren met van die moonboots en de armen vol plastic tassen gevuld met compleet overbodige zooi. Zij liever dan ik.

Na de binnenstad volgt het Haagse Bos. Ik ken het als mijn broekzak, het is niet enorm groot en ik loop er meerdere keren per week. De sneeuw maakt toch dat het er anders uitziet, wit is wit en alles lijkt overal hetzelfde. Nog iets opvallends: sneeuw heeft een heel eigen geluidseffect. Het absorbeert alle geluiden die normaal in het bos te horen zijn, blaadjes die ritselen, vogels en andere dieren die door het struikgewas bewegen, takken die kraken. Doodstil. Daartegenover draagt stemgeluid veel en veel verder. Ik vang flarden van gesprekken op van mensen die in de verste verte nergens te zien zijn.

Op de paden is het lopen een nogal hobbelige ervaring, de ondergrond is nergens gelijk en mijn enkels worden flink aan het werk gezet. Ik doe mijn best om de adviezen van Marion (loopt chi) toe te passen. Goed rechtop en in balans lopen om uitglijden te voorkomen. Dat lukt heel aardig, van nature heb ik een korte pas en dankzij de spikes durf ik te vertrouwen. Ik probeer een stuk waar nog door niemand is gelopen maar omdat ik mijn knieën hoog moet optillen om boven de sneeuw uit te komen, is dat geen doen. Wel een leuke oefening. Voor heel even dan.

Aan het eind van het bos gaat het bijna twee kilometer over asfaltweg voordat ik bij de duinen van Meijendel ben. Er ligt van die door auto’s losgereden grijsbruine sneeuwsmurrie die maakt dat het loopt als door mul zand. Daar waar die laag net even dikker is, helpen de spikes maar weinig. Ploeteren dus. Kom geen meter vooruit zo voelt het. Denk aan een uitspraak van Ron Teunisse “ik loop langzaam pa, bijna altijd langzaam”. Nu en dan moet ik de berm in voor een tegenligger in de vorm van een auto met inzittenden die mij waarschijnlijk voor gek verklaren. Soit. Zij zijn gek, niet ik.

Aan het eind van de weg steek ik het viaduct over de snelweg over. Zo hoog heb ik prachtig uitzicht over het witte duinlandschap van Meijendel. Cliché: sprookjesachtig, zo mooi. Mijn horloge geeft aan dat ik een uur onderweg ben. Dat is voor mijn doen al heel wat. En hoewel ik dolgraag zou doorlopen tot diep in de duinen, weet ik dat dat teveel gevraagd is. Dus, na bewonderen van het landschap en een paar keer diep ademen, draai ik om en loop ik dezelfde weg terug naar huis. Over een tijdje hoop ik conditie genoeg te hebben om heel Meijendel te doorkruisen. Op de terugweg zie ik zowaar twee keer een hardloper, meer ouders met sleeënde kinderen, een ruiter te paard, een mountain biker die van zijn fiets valt en drie langlaufers op vakantie in eigen land. Heerlijk toch.

Na nog een uur loop ik mijn eigen straat weer in. Moe en blij. Bedankt Ron!

No comments yet

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: