Hup! (deel 1)
Zeker weten doe ik het niet, maar ik vermoed dat er winterlopers en zomerlopers zijn. Afgelopen zomer ontdekte ik dat ik heel misschien wel tot de eerste categorie behoor, maar zeer zeker niet tot de laatste. Vanzelfsprekend is er geen enkel bezwaar tegen een stralend zonnetje – van mij mag ‘t het hele jaar door mooi weer zijn met een graadje of 22 – zolang er een terrasje is, er een koel drankje geserveerd wordt en de inspanning zich beperkt tot het loom wegwuiven van een vriendelijk bijtje (Maja!).
Hoe kom ik hier nou op? O ja, ik kreeg de vraag of ik me al heb ingeschreven voor de Beach Challenge. Dat is een triathlon met daarbij ook een 10 en een 5 kilometer loopwedstrijd. Dit jaar wordt die gehouden op 9 juli.
Bij de editie op 21 augustus van vorig jaar had ik grootse plannen om voor het eerst de tien (kilometer) te lopen. Als een soort van test. De echte tien – zo was mijn plan – zou volgen in november bij de Laan van Meerdervoortloop.
Het ging ongeveer zo. Op de deelnemerslijst voor de triathlon vind ik bij de estafette-teams een bekende naam: O’RunDaarZ. Die ken ik van de Ekiden op 26 juni in Rotterdam waar ik als supporter aan deelnam. Eén van hun teams trok op een bijzondere manier de aandacht. Ieder teamlid ging verkleed. Alsof het een gekostumeerd bal betrof in plaats van een hardloopwedstrijd. Leuk. En nu zijn ze hier, in Kijkduin. Speciaal voor hen heb ik van een oud gordijn een spandoek geknutseld met daarop in grote zwarte Japanse lettertekens de kreet ‘Ganbatte’. De lopers van O’RunDaarZ zijn namelijk Japanners (die in Nederland wonen). Over de betekenis van de naam O’RunDaarZ straks.
Op de andere kant van het gordijn/spandoek staat ‘Hup Tom’. Tom ken ik van onze zaterdagochtend loopgroep. Hij doet de korte triathlon individueel. Dat betekent 300 meter zwemmen, 14 kilometer mountainbiken, gevolgd door 5 kilometer lopen. Lijkt me wel een spandoekje waard.
Eerst moet ik zelf het strand op. Twee rondjes van vijf. Meer niet. Moet lukken. Toch?
Het parcours voert vanaf het strand via de boulevard omhoog achterlangs het Atlantic hotel de duinen in. Al veel te vroeg naar mijn zin moet er geklommen worden. En niet zo’n klein beetje ook. Er zit niets anders op dan een tandje terug te schakelen. Wandelend omhoog, joggend omlaag. Puf. Puf. En nog eens. Puf.
Drinkpost: één bekertje water gooi ik over me heen. Ik zou zweren dat ik het op mijn hoofd hoor sissen. De inhoud van het andere bekertje in een grote slok naar binnen. Blijven lopen. Op een kruispunt aangekomen staat er een vriendelijke vrijwilliger om de goede richting aan te wijzen. In de volle zon, 24 graden. Kanjer.
Nu het strand op. Vooraf had ik het idee opgevat om vanaf dit punt blootsvoets verder te gaan. Dat loopt lichter en sneller. Waar ik niet bij stilgestaan heb is dat ik bij dit warme weer in deze (inov8) schoenen niet zonder sokken kan lopen. Zweet en zand is een wereldcombinatie om blaren te krijgen. Onder deze omstandigheden eerst schoenen én sokken uit- en aantrekken kost veel te veel moeite. Daarom gesokt en geschoend door het mulle zand in rechte lijn tot aan de zee waar het zand vlak en stevig is.
Wow het waait! Flink zelfs. Hard genoeg om gezandstraald te worden. Ik probeer te versnellen. Meer dan een ietsiepietsie lukt niet. In de verte zie ik het hotel boven het duin uitsteken. Het lijkt dichtbij, maar het strand geeft een verraderlijk vertekend beeld. Een pokkeneind is het nog. Ik móet echt even wandelen. Hangend in de wind praat ik mezelf vooruit. “Kom op, dóórlopen.”
Een ding staat gelukkig vast: als je blijft lopen, kom je bij de finish. Deze finish heeft venijn in de staart. Eerst is daar weer het mulle zand om doorheen te ploegen en dan nog een klim naar de boulevard die echt heeeel hoog boven het strand verheven ligt. Veel hoger dan ik me herinner (korte termijngeheugen is spontaan foetsie). Het moment van beslissen is hier en nu. Linksaf voor stoppen. Rechtsaf voor doorgaan. Watje of Winnaar. Watje wint.
Dat het er slechts vijf zijn geworden, wijt ik natuurlijk niet aan mijn gebrekkige conditie en wilskracht. Nee, ben je gek, daar heeft het hoegenaamd niets mee te maken. Het ligt aan de steile duinen. Aan de harde wind. Aan de hitte. Maar bovenal ligt het aan die – ik druk me voorzichtig uit – vermaledijde rondjes (zie ook blogpost De laatste van ‘10).
Soit, niet te lang getreurd. Gauw terug naar het strand om te speuren naar Tom en team O’RunDaarZ.
zie deel 2 voor het vervolg…
Hoi Anne.
Bedankt voor je reactie en top.
Een kleine opmerking over je wedstrijdplanning en gelopen wedstrijden kalender op je blog, er staan geen afstanden bij en geen gelopen tijden.
Misschien wel leuk om het erbij te zetten want wat ga je lopen bijvoorbeeld in Schoorl?, 10-21,1 of 30 km?.
Het is een tip hoor en geen verwijt ;-).
Groet Rinus.
Ha Rinus, bedankt voor de tip. Altijd welkom.
Eigenlijk is het expres zo, om niet de nadruk te leggen op afstand en tijd. Ik zal er nog eens over denken.
Enneh, in Schoorl heb ik me ingeschreven voor de 10.
Dat snap ik Anne , maar voor de blog bezoeker geeft dat wel meer inzicht over jouw lopen.
Ik zelf ben ook niet altijd zo van die cijfertjes maar voor mij zelf geeft het wel een soort drive qwa wedstrijden en waar ik het voor gedaan heb.
Maar gewoon zelf bepalen hoor en doen wat je zelf goed lijkt.
Groet rinus.
Wat een verhaal zeg en temperaturen boven de 20 graden zijn lastig om te lopen.
Leuke blog en zet je bij mijn links.
Groet rinus.
Bedankt Rinus. Je staat nu ook bij mij.