Beslissend moment met dank aan Rencapy
Wat is het beslissende moment in een loop? Voor de echte wedstrijdlopers is dat makkelijk te beantwoorden. Dat is de demarrage op de heuvel of de seconde waarin de favoriet door een zweepslag uitvalt. Zo leest de openingsalinea van het blog van Rencapy op 14 maart. Ik neem zijn vraag over alsof het een estafettestokje is, en loop er mee heen…
Vers terug van een rondje blessuretraining die geen blessuretraining meer hoeft te heten, want ik loop weer. Joepie!!! Ik kan mijn geluk niet op. Liefst had ik eindeloos doorgehold om de euforie te kunnen blijven voelen. De vlaag van verstand die maakte dat ik desondanks op tijd ben gestopt, dat blijkt nu mijn beslissende moment te zijn.
Wat hier aan voorafgaat is een piramide in het Haagse Bos. Warmlopen over het vers behoutsnipperde ruiterpad begint moeizaam want mijn ene voet wil niet. Ergens diep vanbinnen zit namelijk een dingetje overdwars. Heb ik vaker last van. Naar laten kijken door een specialist-met-verstand-van-hardlopen die niets kon vinden. Je kunt er honderd mee worden, maar irritant is het wel. Na een minuut of tien hinkepoten is het dingetje overdwars gaan zitten of liggen waar het hoort te zitten of liggen en loop ik niet langer als een hobbelpaard met maar één hobbel, maar als mezelf. Een niet meer zo piepe Hollandswelvarende vrouw in sporttenue.
Oké dan, even de straat oversteken naar landgoed Reigersbergen alwaar het bouwen van de piramide kan beginnen. Geen Cheopsgigant hoor. Een klein formaat in de vorm van 200, 300, 600, 300, 200. Zachtverende bosgrond voor de eerste bouwlaag. Eitje. Een etage erop, driehonderd meter. Makkie. Stukje hoger nog. Zeshonderd meter en in pittig tempo. Vlak lopen vind ik altijd lastig. Heb vaak het gevoel dat ik verval en zet er dan telkens een tandje bij om vervolgens te merken dat ik veel harder ga dan de bedoeling is. Zo ook dit keer (3:30). Praattempo kan ik het met de beste wil van de wereld niet noemen. Steunenkreuntempo is het ook niet. Het zit ertussenin dus noem het hijgtempo. In ieder geval gaat het errug lekker. Weet je wat, ik bouw een mooie punt op de piramide. Zevenhonderddertig meter in 4:15 staat genoteerd, met een reuze handig gadget genaamd ‘tak’.
Afbouwen door dezelfde afstanden nog een keer te lopen maar dan in omgekeerde richting. Klaar, die staat. Geen centje pijn. Knappe Egyptische die me dat nadoet. Met een groeiend gevoel van pret kost het dit keer wat meer tijd om het uitlooptempo voldoende naar beneden te krijgen. Ondertussen wat foto’s maken helpt. Beetje struinen, klik, beetje rennen, beetje wandelen, klik, klik. Na een extra twintig minuten ben ik kalm genoeg om naar huis te gaan. De zon schijnt, de blessure is weg en ik mag door naar de volgende ronde (maar nog niet langs start).
Het steunenkreuntempo loop ik alleen in de groep met al die snelle dames…:-). Knap om zo’n pyramide in je eentje te lopen, ook al was-ie niet overdreven zwaar. En het seizoen voor de mooie natuurfoto’s breekt nu aan dus die camera gaat waarschijnlijk meer mee met het baasje!