Van de sprinkhaan en de slak
“Waar krijg jij energie van?” is zo ongeveer de meest voorkomende vraag die gesteld wordt aan de moedeloze medemens die is aangespoeld bij een van de ruim twintigduizend(!) coaches die Nederland schijnt te tellen. De vraag is bedoeld om mensen uit hun negatieve gedachten te trekken, op een positief spoor te zetten, waarna ze zelf weer vooruit kunnen. Hartstikke simpel, vaak effectief.
Een definitie van energie is “kracht waarmee men iets doet, naar iets streeft”. Meer kracht = meer energie = een grotere kans om dat wat wordt nagestreefd te bereiken. Kracht kan geestelijk zijn (wilskracht, veerkracht) of lichamelijk (gestel, spierkracht). Sommige mensen hebben het van nature, anderen werken er zich het schompes voor. Sommigen streven naar wereldheerschappij, anderen streven naar zelfbeheersing. Een enkeling naar allebei. Hartstikke moeilijk, dat laatste gelukkig vaak mislukt.
Om energie te produceren is voeding nodig. Bietensap, volkorenbrood, bananen, noem maar op. Ieder voedt zich met wat ‘ie denkt nodig te hebben om naar vermogen te kunnen presteren. Bij mijn eerste pasjes in 2009 propte ik me nog vol met peperkoek, rozijnen, appelstroop en sportdrank. Wist ik veel. Tegenwoordig loop ik ’s ochtends soms nuchter de deur uit om pas na een duurloopje uitgebreid te ontbijten. Weet ik veel.
Voeding voor mijn innerlijke slak haal ik uit het meedoen aan wedstrijden. Als bijna laatste eindigen met het voornemen om volgende keer een plaatsje naar voren op te schuiven, op jacht naar een pr. Wat ook werkt is zien hoe anderen schijnbaar moeiteloos winnen of hoeveel moeite het hen kost om tóch te finishen.
Lezen over techniek, over trainingsmethoden, over blessures, over dromen. Ervaren welke valkuilen ik voor mezelf graaf en hoe ze te ontwijken.
Uithoudingsvermogen kan niet zonder vastbeslotenheid en vice versa. Oefenen van het een, versterkt automatisch het ander. Dat doet me denken aan oosterse vechtkunst en aan David ‘grasshopper’ Carradine, de in 2009 overleden acteur uit de serie Kung Fu. Jarenlange training en ontbering in het Shaolin klooster diende als voorbereiding op de mentale uitdagingen die hij als volwassen monnik het hoofd moest bieden. Als prille tiener smulde ik ervan. Niet alleen omdat David Carradine er zo prachtig uitzag, ook omdat de beelden van de ‘lone wolf’ appelleerden aan mijn innerlijke drang naar vrijheid en autonomie.
.
Het zal weer eens geen toeval zijn dat er van zijn hand een blog te lezen is getiteld ‘Notes from the Barefoot Legend’.
In één sprong van de sprinkhaan verbinden mijn hersens de jeugdsentimentele romantiek met het hedendaags hardlopen. Raar maar waar.
mooie blog….ik ben een echte sprinkhaan da;)