TomTom
Beach Challenge. Wat een geluk dat ik niet van zwemmen houd, anders had ik vanochtend vroeg in regen en wind de hoge golven van onze koude Noordzee moeten trotseren. Wat een mazzel dat ik geen mountainbike heb, anders had ik uit zee direct kromgebogen over het stuur kilometers tegen de wind in moeten fietsen. Wat een meevaller dat ik gisteravond meedeed aan de Beach Run, anders had ik van de fiets af nog eens een ronde moeten hardlopen over duinen en strand met mul zand. Ik tel mijn zegeningen en ben er content mee.
Tom denkt daar anders over. Hij houdt wel van een uitdaging en deed al twee jaar mee aan de Beach Challenge short triathlon waarbij hij mooie resultaten boekte. Onder heel andere omstandigheden, dat moet gezegd. Van zijn voornemen om extra aandacht te geven aan het zwemmen is niets terechtgekomen en dat de afstand van 300 meter van voorgaande jaren is opgehoogd naar 500 meter is een meer dan behoorlijke tegenvaller. Bibberend staart hij over het strand naar de grauwkoude zee: “Ik heb echt helemaal geen zin om te zwemmen” spreekt hij zijn gedachten uit. Zijn hele ‘zijn’ is het daarmee hartgrondig eens.
“Kom op Tom, niet van tevoren al opgeven. Je gaat ervoor, gewoon DOEN!” Het spandoek met in vette letters Tom! erop gekalkt maakt dat er even een lach verschijnt. That’s the spirit. Het loopshirt gaat uit en zo zonder wetsuit, zonder vaseline, in niet meer dan een korte tight rent hij het water in.
Om een kwartier na de start met hulp van de reddingsbrigade weer aan land te komen. Dat is even schrikken, maar gelukkig is er niets ernstigs aan de hand. De opgaaf was gewoon te groot en te zwaar en zorgde voor een paniekerig gevoel. Heel verstandig van Tom om geen onnodig risico te nemen – vallen of geblesseerd raken bij lopen of fietsen is tot daaraantoe maar verdrinken is niet grappig. Hij is niet de enige. Terwijl we teruglopen naar het Parc Fermee zien we hoe zeker nog drie of vier andere deelnemers door de geweldige mensen van de reddingsbrigade uit zee worden gevist. De reglementen schrijven voor dat er gewacht moet worden tot de laatste zwemmer binnen is alvorens te mogen starten op het fietsonderdeel. Dat duurt zeker nog een half uur als het niet langer is. Hoewel Tom een droog jack heeft aangetrokken koelt hij steeds sneller af. Het bloed trekt uit z’n vingers en handen weg tot ze wit zien. Met zijn voeten is het precies zo. “Als je straks gaat fietsen word je gauw weer warm”, probeer ik de moed er in te houden. “Blijf niet stilstaan, loop even een stukje”, zeg ik tegen beter weten in. Ik vind dat ik niet degene moet zijn die beslist over doorgaan of stoppen. Dat kan alleen Tom zelf. De wedstrijdverslaggever klinkt door de omroep: “de eerste fietser is binnen en gaat beginnen op het laatste onderdeel”. Drie kwartier na de start is het genoeg geweest. Tom meldt zich af bij de wedstrijdleiding en met fiets en teiltje verlaten we het strand. Het zit er gewoon niet in vandaag.
Even napraten in het restaurant van het Atlantic hotel dat al een week lang is overgenomen door de equipes van triathleten die strijden om het Europees Kampioenschap. Met zijn wit-uitgeslagen vingers gevouwen om een mok zwarte koffie warmt Tom langzaam op. Tegen de tijd dat de tweede kop koffie gedronken is, tintelen zijn vingers ten teken dat zijn bloedsomloop op gang komt en als dan het gevoel in zijn benen en voeten ook weer terug is, is het tijd om te gaan. Tot volgend jaar dan gaat het vast beter.
Vrijdag de 13e. Hoe geluk een rol speelt is duidelijk als ik vergelijk met de Beach Run van gisteravond waar het weer me heel goed uitkwam: zonnetje maar niet warm. Het Tom-spandoek wappert flink in de wind als ik bij de startboog op zoek ga naar ‘die andere Tom’. Het valt nog niet mee om hem te vinden tussen de vele glimmende hoofden van de heren lopers en uiteindelijk is het omgekeerd: Tom vindt mij, nog net op tijd om even hallo te zeggen voordat het startschot klinkt. “Hup Tom! Go, go, go!” De start van de 5 kilometer is tien minuten later pas en dat houdt in dat Tom mij onderweg gaat inhalen en voor mij zal finishen, zoveel is zeker.
Als altijd start ik achteraan en kom boven bij de boulevard als laatste over de mat: “Pieeeep.” Rustig begin ik aan een inhaalactie. Een oudere heer. Nog een oudere heer. Een dame. Een jonge meid. Ik verbaas mezelf over het feit dat het me lukt om rennend in plaats van wandelend duinop te gaan. Dat was vorige keer wel anders. Het voelt wonderbaarlijk goed, zo goed dat ik duinaf meters inloop op mijn voorgangers. Hihi hijghijg. Een eindje voor me loopt een onbekend meisje in een geel shirt met haar naam op de rug. Ze schakelt terug naar wandelpas en wordt dan opgeschrikt door de kreet “Kom op Bianca, rennen!” Natuurlijk wil ik haar voorbij maar leuker vind ik het dat ze door mijn aanmoediging weer gaat rennen. “Goed zo!” Ik volg haar over het asfalt, omlaag over schelpenpad en steil omhoog door mul zand, onderweg worden we ingehaald door de snellere 10 kilometerlopers. “Goed zo Anne”, dat is Tom die voorbijsnelt. Mooi hoor.
Bianca en ik lijken kat en muis geworden, telkens als ze terugvalt roep ik haar tot de orde “Lopen Bianca, niet wandelen!” Pas na de drinkpost waar we het strand op gaan, geeft Bianca me eindelijk de kans om haar in te halen. Ik hoef nog steeds niet te wandelen. Wow. Voetje voor voetje gaat het vooruit. Ik houd mijn blik schuin naar voren gericht op de zee en expres niet op het Atlantic hotel dat veel dichterbij lijkt dat het is. Zo laat mogelijk schuif ik op naar rechts waar het mulle zand de laatste – zware – hindernis vormt. De meters voor de strandopgang kan ik niet anders dan wandelend overbruggen, maar eenmaal kinderkopjes onder de voeten loop ik weer. Met mini-passen dwing ik mezelf omhoog, ik moet en ik zal finishen.
Tom – met enige overdrijving al lang en breed gedronken gegeten en gedoucht – heeft me onder finishboog zien doorkomen en hard voor me geklapt. Bedankt voor je kanjersupport Tom! Volgende keer zal ik beter opletten ; )
Het lachende gezicht en de trots stralende ogen van Bianca die nog geen twee minuten na me binnenkomt, zijn onbetaalbaar.
Tijden: Tom 38:27 (10) Anne 37:58 (5) en Bianca 39:16 (5).
Hoi Anne;
Dat was een zwaar en mooi parcours. Daar train ik 2 keer in de week.Jij hebt goed gelopen. Goed zo!!.
Groetjes
José Xavier
Bedankt Xavier en tot een volgende keer
Ik heb altijd respect voor de laatst binnenkomende. Die zware rode lantaarn moeten dragen en dan ook nog de hekken moeten sluiten.
Je had een makkie dat je Bianca voorbleef 😉
Hahaha ik hoop dat er nog vele ‘makkies’ volgen : )
Ik zei toch dat vrijdag de 13e een groot succes zou worden? Mooi dat je hier een fijn gevoel aan over hebt gehouden. Ik ben benieuwd wat je volgende plannen zullen zijn.
Hoi Jannet, ik ben net zo benieuwd als jij naar wat mijn volgende plannen zullen zijn. “Watch this space” zou ik zeggen….
Fijn dat je zo lekker gelopen hebt. Het is een hele overwinning op jezelf als je vooruitgang merkt. Zeker als je in duinengebied niet meer heuvelop hoeft te wandelen, maar gewoon door kunt lopen.
Enne… mooi inknburn shirtje. Ik heb net de singlet-versie ervan ontvangen 🙂