Coopertest 2
- Bij de eerste Coopertest dit jaar loopt Hugo Wolters in 12 minuten 3390 meter ver. Hij bewijst daarmee over de beste conditie te beschikken.
- Michel Out is bij de tweede Coopertest in 12 minuten met een afstand van 3320 meter de fitste. Hugo zakt ietsje terug naar 3310 meter.
- Bij de derde Coopertest heeft iedereen de zomerhitte in de bol. Het lukt Hugo Wolters om in 12 minuten 3270 meter af te leggen.
- De laatste Coopertest van het jaar is voor kanjer Robbert Tjoa die in 12 minuten 3570 meter overbrugt. Zijn conditie is op een schamele 38 meter na, omgerekend naar afstand, twee keer beter dan de mijne. Met puf en moeite presteer ik het om (nog steeds in 12 minuten) vandaag 1804 meter ver te rennen. Volgens de tabel is dat “redelijk”.
Wat voorafging
Haast. In minder tijd dan goed voor me is, doe ik een halfslachtig inlooprondje in de schaduw van de straten rond de atletiekbaan van Haag om meteen te voelen dat het ‘m niet gaat worden vandaag. Een krappe tien minuten is voor mijn hart en longen echt te weinig om de overgang te maken van rust naar actie. De speaker doet een laatste oproep “Anne van Dalen naar de start” en nog hijgend moet ik me haasten tot aan de streep waar direct het startschot valt.
In een groep met snelle heren word ik in mijn eerste ronde al ingehaald. Balen? Helemaal niet. In een Coopertest – veel meer nog dan in een wedstrijd – loopt ieder tegen zichzelf en niemand anders. Meer meters maken dan de keer ervoor, dát is waar het om gaat. Tussen mijn oren echoot “1860”. Ik wil uitkomen voorbij de steeple (ken je de baan van Haag, dan ken je dat punt) dat is waar ik een half jaar geleden mijn stokstaartje deed.
Tussen mijn oren echoot er wel meer: looptechnische tips als adem in adem uit, romp omhoog, blik vooruit en houd die pasfrequentie hoog. Strategische tips als elk rondje iets versnellen, op het rechte stuk naar de klok het tempo verhogen. Allemaal erg noodzakelijk en handig ook, maar het duurt niet lang of het enige wat er door mijn hoofd spookt is het mantra “lopen, lopen, blijven lopen”. Jesses wat kost het veel moeite. De derde ronde is zwaar. Een vierde versnelling zit er niet in. Met nog twee minuten te gaan moet ik werkelijk alles uit de kast trekken om niet compleet stil te vallen (wandelen is géén optie!). “Voorbij de steeple” is een niet-gepasseerd station. Ik blijf stokstaartje op het rechte stuk met een afstand van 1804 meter.
Jammer dan.
Nou kan ik wel wéér aanvoeren dat ik bloedarmoede had en ik nog steeds niet terug ben op mijn niveau van vóór die kuitblessure, dat de warmte me parten speelt en dat ik minder getraind heb enzovoort, enzosmoes… maar daar schiet niemand iets mee op – en ik al helemaal niet. Daar hoor je me dit keer dus NIET over miepen.
Wat deze 1804 meter me brengt is meer motivatie. Een extra steuntje in mijn rug dat ik ga inzetten op die momenten waarop ik het lastig vind om te gaan lopen. Als ik ’s avonds van mijn werk thuiskom en eigenlijk op de bank wil ploffen. Als ’s ochtends mega-vroeg de wekker afgaat en ik me liefst nog een keer omdraai in mijn warme bed. Als de zon te warm schijnt. Als ik nog zoveel andere dingen moet doen. Als het nog donker is (straks). Als ik even niks wil. Als ik zou willen dat het bos naast mijn voordeur lag in plaats van tien minuten fietsen verderop. Van die ‘zeventien’ momenten die velen (her)kennen. Nou, precies op die momenten zet ik mijn nieuwe troefkaart in, de 1804.
Die 1804 gaat ervoor zorgen dat mijn trainingsfrequentie omhoog gaat. Het is die 1804 die maakt dat de zon mag schijnen wat ze wil, dat mijn bed koud wordt, dat ik mijn werk op tijd laat liggen, dat een stukje fietsen warming up wordt. Ja die 1804 is precies wat ik nodig heb om te GAAN zodat ik in 2013 voor de volgende Coopertest terug kan komen. Better. Stronger. Faster.
Hé Coop, ik kom eraan!
Complimenten en dank aan de organisatoren van deze Coopertestserie. Als ongebonden loper is een feestje om hieraan deel te mogen nemen. Of Haag in 2013 een vervolgserie gaat organiseren is nog niet bekend. Dat zal deels afhangen van het animo hiervoor binnen de club. Ik hoop het van harte!
P.S. Fred, als trouw Haaglid: waar liep jij? : )
Hi Anne,
Toevallig ben ik ook net met Coopertest bezig, maar ik loop hem altijd een paar keer om te kunnen vergelijken waar ik sta. Niet direct achter elkaar maar gewoon als onderdeel van een training (km inlopen, wachten tot hartslag is gezakt, dan coopertest (met tijd op mijn Garmin) en dan rustig nog een paar km’s uitlopen. En dan de week erop nog een keer. De kinderen zijn hier er ook helemaal vol van want als zij onvoldoende meter scoren krijgen ze een onvlodoende.
Een verkoudheidje, je ontbijt wat in de weg zit… kan zo maar een paar honderd meter schelen. Super dat je het gebruikt als trainingmotivator. Je beloning komt dan vanzelf.
keep running,
Dorothé
Hoi Anne. Ik ontdekte net via andere blogs je blog. Ik vind het ontzettend knap van je hoe je het resultaat op de coopertest niet gebruikt om teleurgesteld bij de pakken te blijven zitten, maar om je voor te nemen het als extra motivatie te gebruiken in het vervolg. Geweldig goed! Trouwens vind ik het resultaat van je test sowieso al knap. Veel succes bij het trainen. Ik kom iher zeker af en toe eens kijken om te zien hoe het met je gaat. Sportieve groet, Julie
Hoi Anne,
Vandaag heb ik de Kopjesloop in Delft gelopen. De Coopertest stond wel op het programma en het is inderdaad erg leuk om aan mee te doen, maar ik wilde mij testen op een iets langere afstand. Het viel ook niet te combineren helaas. Maar volgend jaar – als het doorgaat tenminste – doe ik weer mee!
Leuk verslag trouwens, maar dat ben ik wel van jou gewend inmiddels ;-)…
Die langere afstand test is je ondanks de hitte goed afgegaan, zo las ik op je blog. Kanjer! ; )
Tja…Anne 12 minuten zijn 12 minuten en geen seconde korter;-)