Voor een kwartje gesloopt
Helemaal gesloopt. Gestript (deels uitgekleed dan toch) en met de grond gelijk gemaakt. Ontdaan van franje en versiersels ben ik een verzameling botten, pezen en spieren met een randje vet bijeengehouden door een dun winterbleek vel. Nog net geen lege huls maar – op twee bestoppelde onderbenen na – toch een behoorlijk kale bedoening.
Zo’n eerste afspraak bij de fysio is vooral een zaak van goed luisteren, kijken en het bevoelen van de betreffende lichaamsdelen. Al deze stappen worden door de fysio op prettige en vakkundige wijze uitgevoerd. Ik krijg huiswerk mee en een vervolgafspraak wordt gepland, tot zover weinig opmerkelijk. Hoe bestaat het dan dat ik na afloop uiterlijk weliswaar keurig gekleed maar innerlijk ontmanteld uit de behandelkamer tevoorschijn kom? Wat speelt zich af in die enkele minuten nadat ik me van de tafel laat glijden en m’n blote voeten het kille linoleum raken voordat ik tot over mijn oren ingepakt tegen de plotselinge kou mijn fiets van het slot haal?
Er valt een kwartje. Als ik eerlijk ben – en dat ben ik steeds meer – zag ik het aankomen. Medio december al kon ik het horen rammelen in de diepe broekzakken die mijn hersenkronkels zijn. Waarom ik het niet eerder aandurfde om dit kwartje eruit op te diepen? Nou, ik weet niet hoe het met jullie broekzakken gesteld is, maar in de mijne zit meer dan wisselgeld. Stofpluisjes, paperclips, opgefrummelde kassabonnetjes en (waarom toch?) afgescheurde nagels samen met een gebruikte tissue of soms een kleverig dropje maar altijd een Jamin-assortiment aan kruimels. Logisch dat ik daar zomaar niet in ga wroeten. Een handje helpen wil ik wel (op mijn kop staan, een beetje schudden) maar het feitelijke moment van ‘vallen’ laat ik graag aan het kwartje zelf. Dat werkt het best.
Wat koop ik ervoor? In dit geval een paar schoenen – Merrell pace glove – en een kritische vraag. Beide van Paul Aarts op wiens praktijkkennis ik durf te vertrouwen en van wie ik bereid ben iets aan te nemen. “Waarom doe je dit jezelf aan?” is de terechte opmerking die hij me kort voor Kerst per mail voor de voeten werpt, daarmee reagerend op mijn uitleg over de oorzaken van het herhaaldelijk geblesseerd-raken die er in wezen op neer komen dat ik ongeduldig en overmoedig te werk ga. Pauls vraag naar het waarom is er een om in m’n broekzak te steken en dat is precies wat ik doe. Tussen de pluisjes en kruimels spookt het metafore kwartje.
Het kost een paar weken om het antwoord te vinden. Dat mijn hardloopinspanningen contraproductief waren is pijnlijk maar nu ik dat durf toe te geven ben ik dapper genoeg om er conclusies aan te verbinden. Du moment dat ik tot deze constatering kom, verschuift er van binnen iets en terwijl de fysio haar handen wast en ik mijn sokken aantrek tolt het kwartje tevoorschijn. Met een boogje komt het precies tussen mijn voeten tot stilstand en valt.
Mentaal gesloopt en wonderbaarlijk opgelucht stap ik op de fiets en als ik op weg naar huis het Haagse Bos doorkruis horen de kale bomen mijn gefluisterde belofte: “ik kom eraan bos, ik kom eraan.”
Zo mooi geschreven Anne, echt knap. En goed dat het kwartje is gevallen. Kan je er nog iets mee doen!
Bij sommigen valt het kwartje nooit…. bij jou wel!
groetjes,
Dorothé