Hnnngrhmpfff!!! Shin splints in de gloria.
“Nu even je best doen om niet te gillen”, klinkt de stem van mijn vriendelijke fysio in m’n oren. In reactie druk ik allebei m’n vuisten in m’n mond. Overdreven? Helemaal niet! Ik weet namelijk wat er komen gaat en hoe moeilijk het is om dat beschaafd glimlachend te ondergaan als was het een theekransje. Liggend op m’n zij bied ik geheel vrijwillig(!) mijn linkerbeen aan als offerande: voor jou, doe ermee wat je goeddunkt. Hnnngrhmpfff!!! sijpelt het tussen m’n samengeknepen vingers door terwijl zij – onschuldig uit haar grote blauwe ogen kijkend – mijn kuitspier los van het botvlies pelt. Ooit met je handen de schil van een sinaasappel getrokken? Nou zo voelt het, zo klinkt het: scherp en scheurend. De enige troost: zodra ze m’n been loslaat is de pijn direct weg. Het grote nadeel: het moet drie keer herhaald.
De reden van het verzoek om niet te gillen is niet omdat het niet mag, maar omdat we ons dit keer niet in een behandelkamertje bevinden maar in de gymzaal waar ook anderen werken aan hun herstel. Voor wie het niet weet ‘hier’ is de afdeling sportfysio en -revalidatie van het Bronovo Ziekenhuis. De revalidanten (is dat een woord?) zijn divers, van hoogbejaarde patiënten die oefenen om uit hun rolstoel te komen tot atleten die bijv. een kruisbandoperatie achter de rug hebben en van COPD’ers met hun groene zuurstofslangetjes achter zich aan tot recreanten zoals ik. We vertegenwoordigen alle leeftijden, alle soorten en alle maten. Eén ding hebben we gemeen: we willen zo snel mogelijk op de been.
Zo snel mogelijk blijkt in mijn geval 12 weken te zijn, maar dat weten we bij de eerste behandeling op 11 januari nog niet. In deze 3 maanden hebben we eerst alle klachten onderzocht (knijpen, kneden, prikken en porren), daarna de diagnose gesteld (shin splints = simpel gezegd: verkleving van spiervezels aan het botvlies) en vervolgens zijn we gaan behandelen. Ik zeg ‘we’ omdat het een proces is waarbij de fysio en ikzelf evenveel aandeel in hebben. Zij met haar expertise en ik met mijn praktijkervaring. Voorwaarde voor succesvolle behandeling is er alleen als we allebei open en duidelijk zijn over alles wat zich gaandeweg voordoet. Zo was ik eerlijk in mijn streven naar blootsvoets lopen en het opbiechten van de workshop met Wouter Buist en zo was zij duidelijk in het managen van het verwachtingspatroon.
De eerste weken bestaan vooral uit massage en loswrikken (mijn term) en langzaamaan komen daar oefeningen bij (langzaam rekken). Ook mag ik op de loopband in rustig tempo van 1 minuut uitbouwen naar series van 2 en 3 minuten. De massages nemen steeds minder tijd in beslag ik mag buiten lopen tot zelfs 3x per week. De oefeningen worden uitgebreid met kuitheffen, balanceren, step down en lunges. Met name de step down bracht een 2e euvel aan het licht: m’n rechterknie buigt behoorlijk naar binnen. Dat doet ‘ie al zolang ik leef dus ik weet niet beter dan dat het zo hoort. Gelukkig is daar dan weer de fysio om me het rechte pad te wijzen. “Elke beweging heeft een ketenwerking Anne, als een van de schakels niet goed zit heeft dat effect op de hele ketting.” Voor mijn geestesoog verandert ze in de pinnige roodharige Ann Robinson “You are the weakest link, goodbye.” Van schrik raak ik de tel kwijt, was dit de 7e of de 8e step down? Gelukkig zit Ann Robinson alleen tussen mijn oren. De werkelijkheid lacht me vriendelijk toe en moedigt aan: “Je bent er bijna, nog eentje.”
Spiervezels: van Blije Bundel in ontspannen toestand, naar Dik Trom in verkorte hardloopstand, naar Edvard Munch in overrekking en weer terug naar de Blije Bundel. De truc is om niet te sterk te rekken, maar juist rustig en langzaam van stand 2 naar stand 3 te gaan waarbij de spier zelf aangeeft wanneer de ontspannen toestand is bereikt. Het kan best een tot twee minuten duren voor het zover is.
Om een extra steentje bij te dragen ga ik op rustdagen naar Bikram yoga. Dat is een vorm van yoga die bij uitstek goed is bij revalidatie. In een bloedhete zaal train ik de houdingen, telkens dezelfde vaste serie. Als ik heel stil ben hoor ik m’n pezen en spiervezels zachtjes zoemen. Zij blij, ik blij, fysio blij. Een verkoudheid en een griepweek zorgen voor een pauze en de bijbehorende terugval, maar wonder boven wonder is er ineens ook een doorbraak. Het lopen gaat zorgeloos, de spiervezels geven zich eindelijk gewonnen en m’n knieën herkennen zowaar de signalen uit m’n hersens – proprioceptie – en vice vers.a
Van foto 2 (schuin) naar foto 3 (recht vooruit) scheelt zowaar 8cm. Eens te meer bewijs dat een plaatje meer zegt dan duizend woorden. Op de Frunning blogpagina vind je een link naar een artikel van IRunFar over de voordelen van een wijdere pas.
Aan het eind van onze wekelijkse sessie komen we gezamenlijk tot de conclusie dat m’n kuiten voldoende genezen zijn. Shin splints is een blessure die bij mij altijd op de loer zal liggen, maar met (voorlopig nog) wekelijkse controle en onder voorwaarde dat ik het programma van oefeningen, rustig rekken en yoga vasthoud is het verantwoord om aan de slag te gaan met een opbouwschema. De nieuwe uitdaging? M’n gebrekkige conditie.
Oef, ik schrok me een hoedje. Dacht bij het lezen van de titel dat je een nieuwe blessure had. Gelukkig niet dus. Mooie nieuwe uitdaging heb je nu. Succes!
Fijn om te horen dat je spieren blij zijn, en blije spieren die maken een blije Anne en dat zien we graag!! Lekker zo doorgaan, met die conditie gaat het ook vast goedkomen 🙂
Oei, ik hoop dat dat ‘sinaasappel pellen’ mij voorlopig nog even bespaard blijft! Goede reden om die ‘fruitige’ blessure voor te blijven. Gelukkig heb jij er een appeltje mee weten te schillen. En met die conditie komt het vast ook wel goed!