U is toch wel verzekerd?
Windkracht zes en een groep jonge scouts ploetert richting Wassenaarse slag. Een bijzonder iel exemplaar ploetert dubbel zo hard omdat ‘ie, in plaats van langs de vloedlijn zoals de anderen, op eigen houtje door het mulle zand loopt. Uit nieuwsgierigheid trek ik een minuutje of wat met hem op. Waarom ‘ie het zichzelf zo moeilijk maakt, vraag ik hem. “Ik ben bang voor de kwallen.” Dat ze dood zijn doet aan zijn bang-zijn niets af. “Je kunt ze makkelijk ontwijken hoor”, opper ik geruststellend. Zijn weerwoord, op stellige toon: “Sommige kunnen giftig zijn, zo giftig dat je er dood van gaat.” Mijn verzekering dat die soorten hier niet voorkomen overtuigt hem niet en als ik hem ten overvloede wijs op het feit dat hij stevige sportschoenen draagt slaat zijn bloedserieuze reactie me zowat steil achterover. “Ik probeer geen enkel risico te lopen”. Tegen zoveel bang ben ik niet opgewassen. Ik laat me terugzakken en zie hoe hij een eenzaam stipje wordt. Een angstig uit z’n ogen kijkend scoutje, niet ouder dan acht en nu al in de kist.
Mijn gedachten zijn boos. Het zou verbóden moeten worden om kinderen op te voeden tot dit soort schijterds. Zijn ouders zie ik als van die types die de godganse dag met desinfecterende zeep in de weer zijn. Alles wat buiten leeft is eng en ‘Bah, vies!’ is een reflex. Zo’n kind dat netjes aan tafel zit met een stomp kinderschaartje. Zo’n kind dat een 10 krijgt voor een spreekbeurt over vlinders van Zuid-Oost Azië en een astma-aanval van een koolwitje dat om z’n bol fladdert.
Met nu wind mee ren ik door het schuim langs de vloedlijn, behendig de vele kwallen ontwijkend. Gaandeweg realiseer ik me dat ik van zijn leventje niets weet en dus ook niet moet speculeren. In plaats van boosheid voel ik hoe ik overspoeld word door een golf van dankbaarheid. Mijn jeugd was er een van buiten spelen, van hutten bouwen (ja, mét splinters) van slootje springen (niet erover maar erin) van zand en modder, van mieren pieren kikkers en slakken, van koeienflaters en konijnenkeutels, van op je rug in het hoge gras liggend naar de wolken kijken (de ziekte van Lyme bestond nog niet), van halfbevroren, doorweekt of zonverbrand, van zand schuurt de maag: wortel en radijs zó uit de grond, van risico en zorgeloos geluk.
De pijn van een kwallenbeet, een wespensteek of een brandnetel is heel snel voorbij. De angst houdt je veel langer in zijn greep dan de pijn.
‘Tegen zoveel bang ben ik niet opgewassen’. Prachtige zin! Moest lachen en ‘huilen’ om je stukje tegelijk. Hoewel het jongetje natuurlijk echt heel bang kan zin van kwallen (irreële angst komt bij meer kinderen voor, soms ook een gevalletje van sterke fantasie), ben ik het helemaal met je eens dat erg is om te bedenken dat zo weinig kinderen nog maar echt weten wat buiten spelen is (of lopen op blote voeten!). Terwijl dat uiteindelijk toch echt het allerleukst is!
Oh, en…dode kwallen kunnen zeker bijten. Ik weet er alles van!
Hi Anne,
Toevallig heb ik 3 jongens, waarvan er nu nog 2 bij scouting zijn, de een is nergens bang van, de anderen wel. Eentje is er extreem bang van kwallen. Dat komt omdat hij in de Zwarte Zee (vakantie Bulgarije) zwom en daar tegen diverse kwallen kwam. Het was heel pijnlijk en hij vergeet het nooit weer. Ik kan praten als brugman, maar als er in en willekeurig vakantieland een kwal op het strand ligt dan gaat hij de zee niet in voordat zijn broers echt gecheckt hebben of er niks drijft. Kinderen reageren nou eenmaal heftiger dan volwassenen. Ik denk niet dat het iets te maken hoeft te hebben met de opvoeding. Van mij mogen de kinderen ook in sommige dingen schijterds zijn. Ze zijn zoals ze zijn en wij helpen ze te worden wat ze kunnen en willen zijn naar onze mogelijkheden. Nou begrijp ik waarom jij barefoot zo lekker vind lopen 😉
Veel mooi loopweer gewenst en groetjes,
Dorothé
wij zijn het helemaap met je eens. lotte eet ook zand op he strand. zo zijn wij ook opgevoed
Ik heb al lang het idee dat kinderen tegenwoordig erg steriel opgevoed worden, dit bevestigd het toch wel weer. Toch wel sneu voor ze, vieze handen en voeten zijn veel leuker 🙂
Die tol gaan we straks met z’n allen betalen. Niet bewegen bang zijn van alles en iedereen. Niet om kunnen gaan en zelf inschatten van risico’s. Niet de kans krijgen om ervaringsdeskundige te worden.
Wederom prachtig geschreven, Anne!
Kinderen houden niet van allerlei overdreven beperkingen, zoals schoenen. Op een bepaalde leeftijd is het meeste verzet echter gebroken. Om hun teleurstelling onderdrukt te houden zullen ze zelfs veel van de beperkingen zelf hartgrondig gaan verdedigen.
Dat is mijn waarneming/theorie.
Al dat spul van buiten, modder enzo, ja dat schijnt tegenwoordig vies en ongezond te zijn. Naar verluidt is het verstandig om chemische middeltjes op je lichaam te smeren en je eten op chemisch gereinigde ondergronden klaar te maken, enz…
Vorig jaar liep ik de ziekte van Lyme op. Simpel van genezen zonder antibiotica of andere troep. Zal wel weer pure mazzel zijn geweest, net als al die andere keren dat mijn ‘natuurlijke’ keuzes goed uitpakten…
Ik zou zeggen: blijf lekker doorgenieten van je jeugd, jongedame!
Heerlijk, zo’n jeugd als die van jou! In het gras liggen doe ik nog steeds graag, lyme of niet.
Sneu voor die jongen. Misschien heeft hij wel een spreekbeurt over kwallen gehouden, daar wordt je vast ook wel bang van.